Wat zijn de goden toch klein! Minder dan miniscuul. Microscopisch. Zo klein dat er maar een enkele is die met het blote oog ontwaard kan worden. [Zo’n enkeling is Thiomargarita namibiensis, die wel tot een diameter van 0.7 mm kan groeien.]

Doch, het kleine formaat van microben maakt ze niet minder alomtegenwoordig. Integendeel! Ze zitten, hangen, zweven, kruipen en zwemmen overal – in ons, om ons, onder ons, boven ons. God – ik bedoel “goden” (meervoud) – zitten in alles.

Vanuit het perspectief van een microbe is een mens een landschap – een wereld van formaat – een sterrenstelsel – een heelal. Echter, zoals mensen vooralsnog slechts kunnen fántaseren over het koloniseren van verre sterrenstelsels, springen microben moeiteloos van het ene Sterrenstelsel Mens naar het andere. Alles dat nodig is is een kusje, een kuchje, of een handje.

🦠

De ų-kerk kan enkel een levensvatbaar geloof zijn, in die mate dat het zichzelf succesvol verspreidt onder de ongelovigen. Het tweede gebod luidt dan ook:

Gij zult besmettelijk zijn.

Als gelovigen in het allerkleinste is het onze plicht om het heilige vuur te verspreiden. Klein als we zijn, kunnen we echter maar een klein vlammetje koesteren. Gelukkig is er vaak maar een minuscuul vonkje nodig om het licht in de ander te doen ontbranden. Bovendien zal tevéél vuur de potentiële bekeerling eerder irriteren dan inspireren. Om een nieuwe gastheer te infecteren, moet een microbe immers niet meteen een al te sterke, overspannen immuunreactie veroorzaken.

Bij het tweede gebod hoort daarom het devies:

Rustig!

Ja, paniek is zeer aanstekelijk. Angst en andersoortige naargeestigheid zijn dat ook. Maar niets van dat alles is duurzaam. Stoere jochies zeggen het niet voor niets tegen elkaar bij hun afscheid op straat: “Rustig!” Het is het organische tegengif tegen de gekte van een overspannen tijd, waarin de meesten continu overspoeld worden door feiten en meningen: “Kalm aan!” Rust is cool. 🕶 Als jij rust vind in je geloof, willen anderen dat ook.

Dus, µ-gelovigen prediken geen donder en vuur. Neen. Wij zoeken verbinding in het allerkleinste – hetgeen ons allemaal gegeven is – het onzichtbare mysterie – de microscopische wereld van onnoembare complexiteit. De wetenschappelijke studie van die verbindingen heet ecologie.

De 21ste eeuw wordt de eeuw van de ecologie. De mens ziet zich gedwongen om haar eigen plaats in het web des levens te erkennen. Het woord “vooruitgang” zal een andere betekenis krijgen of in onbruik raken. Dit durf ik te beweren simpelweg omdat een samenlevingssysteem dat zichzelf verder de afgrond in sleurt er niet in zal slagen deze bitjes en bytes op mijn website in de lucht te houden. Dit schrijven komt tot je via een roofzuchtig, vervuilend systeem dat afhankelijk is van steeds meer menselijke inspanning en al meer natuurlijke hulpbronnen. Beiden zijn in hoge mate uitgeput.

Voorspel ik nu toch hel en verdoemenis om mensen in de warme boezem van een kult-achtig nieuw geloof te jagen? Nee, ik beschrijf de hel op aarde waar we al in leven met zijn allen. De populatie is op dit moment – anno 2021 – nóg steeds aan het groeien, de per capita consumptie groeit ook stevig door. Overal barsten de natuurlijke systemen uit hun voegen. Er is grote ongelijkheid, en toch klagen de mensen in de rijkste landen – mijn eigen Nederland voorop – steen en been over iedere beperking die wordt opgelegd aan de onbeperkte groei van hun bedrijf of de ongeremde consumptie van hun huishouden.

Er worden genoeg simplistische oplossingen aangedragen. De ene stroman roept: “De overheid moet kleiner! De innovatie van de markt lost alle problemen op!” De andere stroman roep: “Al het vervuilende, egoïstische gedrag moet zwaar belast worden en al het goede beloond!” En, bijzonder genoeg, krijgen juist de extreemste stromannen het meeste wind in de zijlen in het huidige moment. Als de feiten geaccepteerd worden, zijn de oplossingen niet simpel. De problemen zijn van ecologische aard: toenemende bevolkingsdruk, vervuiling, schaarste, en ongelijkheid. Alleen de vervreemding, die de mensheid al millennia vergezeld en nu geëxplodeerd is in een wereldwijde zinsgevingscrisis, overstijgt het niveau van ecologische interacties. Dit is een religieus probleem. Dit gaat over onze plaats in de wereld.

Velen van ons beseffen onszelf niet eens meer dat we mythische wezens zijn, die niet anders kunnen dan in een verhaal leven. Homo narrativus – de verhalenvertellende aap. Maar de verhalen die al eeuwenlang door Moeder Cultuur in ons oor zijn gefluisterd botsen steeds vaker met elkaar, of met nieuwe verhalen, zoals verteld vanuit de wetenschap. Daarom is het tijd voor een nieuwe verhalen,

  • die niet botsen met de wetenschap, maar wetenschappelijke inzichten juist omarmen;
  • die geen geweld doen aan de verbindingen die we als Homo sapiens zo hard nodig hebben:
    • met onze eigen dierlijke aard;
    • met de wilde natuur waaruit we voortkomen;
    • en met elkaar.

Dit is allemaal terug te leiden tot het eerste gebod – “Gij zult klein zijn.” Want wat is een klein wezentje – een microbe – zonder verbinding met andere kleine wezentjes? Het tweede gebod is het in de sociale praktijk brengen van het eerste gebod. Als je je bewust bent van je kleinte en de bijhorende kwetsbaarheid, besef je dat verbinden van levensbelang is.

De hoop op een gezondere wereld steunt op gezondere verbindingen. Verhalen doen er toe. Dit hier is een verhaal over een wereld waarin plaats is voor jou – een wereld waarin je, of je het nu wilt of niet, in verbinding staat met de rest van die wereld.

🔥

Een vlammetje. Dat is wat de predikers van de microbe hier bieden. We beginnen in de buurt van het cliché “verbeter de wereld, begin bij jezelf”, maar we gaan een stuk verder:

Stop met jezelf te verbeteren.

Of, ietsje banaler, om Tyler Durden uit Fight Club (1999) te citeren: “Self-improvement is masturbation”.

Beter nog, draaien we het om:

Verbeter jezelf, begin bij je wereld.

Juist! Er is waarschijnlijk genoeg mis met je. Zodra je echter naar jezelf gaat kijken door een ecologische lens, zul je zien dat veel van je monsterlijkheden veroorzaakt worden door je ecologische interacties met het milieu waarin je je bevind. Je bent ranzig dik omdat je niet je best hoeft te doen om aan je veel te calorie-rijke eten te komen. Je bent depressief doordat je continu door papieren tijgers achternagezeten wordt. Je bent arm, want je voorouders zijn vast komen te zitten in een schrale niche. Etc. Behalve misschien die rare, scheve bek; die heb je waarschijnlijk geërfd van je opa.

Zelf-hulp goeroes zeggen graag dingen als: “Je bent een afspiegeling van de 5 mensen waar je het meeste tijd mee doorbrengt”. Mwoaw. Vooruit dan. Maar, als dit waar is, moet je dus vooral niet beginnen met jezelf te verbeteren, maar met je ecologische interacties.

Daarom is het devies als je van je vadsige pens afwil dat je geen ranzige suikermeuk in huis moet halen; dat je, als je geen burnout wil, je je werktelefoon (én e-mail én al die aanverwante digitale troep) niet in huis moet halen; enzovoorts.

Dat heb je vast allemaal al een keer gehoord, en ik had je een religie beloofd, geen zelfhulpzooi. Het verschil is essentieel, want achter veel zelfhulpellende zit een verdienmodel dat er van afhankelijk is dat het véél belooft en niet al te effectief is. Een geloof hoeft om succesvol te zijn zich alleen maar te verspreiden. (Tevens hoeft het net zo min effectief te zijn.) Er zit amper een verdienmodel achter dit geloof. Ja, dat iemand me uitnodigt om betaalt vanaf een blubberig podiumpje in het bos te prediken. Maar, je mag dit materiaal grotendeels vrij verspreiden en verbuigen. Waarschijnlijk heeft het juist die memetische mutaties nodig om écht infectueus te worden. En wil je er wat aan verdienen, prima! Dan pas ik de licentie met plezier aan. Ik zou zelf immers ook dolgraag de kost verdienen met het verder verspreiden van deze meuk.

Het 2de gebod draagt vrucht op het moment dat het je lukt om innerlijke rust te verspreiden, wanneer jij het aantrekkelijk kan maken om je kleinheid in het geheel te aanvaarden en de zucht van opluchting aanstekelijk te maken. Dat is het moment waarop sommige niet-ingewijden ontvankelijk zijn voor een vonkje – een voorzichtig beginnetje van een overspringende infectie. En houden ze hun binnenleven liever nog even steriel? Ontkennen ze liever hun externe verbindingen met alles en iedereen om hen heen? Laat ze dan.

Probeer niet anderen hun binnenleven binnen te dringen en ze over te halen kennis te nemen van hun microscopische goden. Je controledrang is een teken dat je zelf nog moet leren je over te geven aan de goden. Er is maar één manier om de wereld te verbeteren: door te accepteren wat zich afspeelt, binnen je en buiten je. Liefde en vrede zijn niets anders dan radicale acceptatie. Daarin vind je je plaats in de wereld terug. Dan kun je in je relatieve nietigheid de grootsheid van het Al ervaren. Moet je hier perfect in zijn voordat je je bek open mag trekken? Natuurlijk niet! Wie kan dat verwachten van een nietig wezentje als jij (of mij)?

We draaien al millennia een cultureel script af dat in ons oor fluistert: “Meer controle!” Bij elk probleem is de oplossing hetzelfde: “Meer controle!” Creëert een oplossing weer een nieuw probleem? “Probleembeheersing!” Dit script is de basis waarop de vernietiging van de wereld geprediceerd is. “Wij, Koning Aap, kunnen het beter dan de goden! Wij zijn groter dan de goden! Wij aanbidden daarom nog maar één God — een onzichtbare, die onze scheiding met de rest van de natuurlijke wereld bevestigt en zelfs aanmoedigt – of geen één!” Moeder Cultuur vertelt ons niet hóé we moeten leven in relatie met het land, maar ze beweert wel dat er maar één juiste manier is. En vooruitgang – steeds meer controle – brengt die juiste manier steeds dichterbij, totdat we als mens volledig geëmancipeerd zijn van de natuur, ons bewustzijn vrij ronddwalend in een steriel medium. Dood. Dat is het werkelijke doel van onze cultuur. Alles moet dood, behalve de cultuur – behalve het virus dat 10000 jaar geleden (omtrent de landbouwrevolutie) in de mens geslopen is.

Dit script hoeven we niet te vernietigen. Het vernietigt zichzelf. Eindelijk. Het duurde ruim tienduizend jaar. Maar de hosts kunnen het niet langer dragen. Geestelijke systemen raken overspannen. Mensen zoeken een uitweg uit het verhaal, een verbinding met het nu – mindfulness. Het wordt steeds moeilijker vol te houden dat nóg harder en nóg meer de catastrofale effecten van de controledrang kunnen compenseren. Er zijn simpelweg grenzen aan de groei. En, voor zover mensen niet het bestaan van een artificiële grens her en der aangrijpen als strohalm om zichzelf en elkaar uit alle macht wijs te maken dat die grenzen helemaal niet bestaan of nog lang niet bereikt zijn, heerst de wanhoop, want wat hebben we voor vooruitzicht in deze op hol geslagen moloch die ruim 7 miljard wensende mensen omvat?

Daarom: stop met jezelf te verbeteren. Richt je liever op je verbindingen. De collectieve gekte van de mensheid is gebouwd op zieke verbindingen. Creëer nieuwe verbindingen. Doe duurzame dingen. Wees meer symbiont, minder parasiet. Maar, bovenal, doe dit binnen de limieten van je kunnen, en binnen de draagkracht van je verbindingen. Je bent klein genoeg zoals je bent. Je hoeft je niet nog kleiner te maken. Laat Moeder Cultuur maar eens de cumulatieve kracht van kleinheid voelen. Het is tijd om deze door grootsheid geobsedeerde cultuur af te serveren.

Wat is nu uiteindelijk de boodschap? De boodschap is dat de situatie op onze planeet veel te ernstig is om ons lot in handen van bangige controlefreaks te laten. Onze verkrampte vingertjes hebben daarvoor te veel macht verkregen. In een wereld met atoomwapens is er maar één plan van aanpak mogelijk. Er zijn twee stappen:

  1. Kalmeer jezelf.
  2. Kalmeer een ander.

Dus, nogmaals: probeer niet de wereldproblematiek op te lossen vanuit angst en paniek. Dat is niet vol te houden. En houd je het wel vol, dan nog propageer je juist de mentaliteit die zo verziekend werkt op ons vermogen om rustig onze plaats in het web van het leven te observeren, voordat we er een bulldozer doorheen drukken omdat we een processierups aan een tak hebben zien hangen. Geef liever eerst de strijd op. Deze strijd gaat gewonnen worden door mensen die de strijd al lang hebben opgegeven. Aikido.

Helder, Ukkie?

“One final paragraph of advice: do not burn yourselves out. Be as I am—a reluctant enthusiast…a part-time crusader, a half-hearted fanatic. Save the other half of yourselves and your lives for pleasure and adventure. It’s not enough to fight for the land; it’s even more important to enjoy it. While it’s still here. So get out there and hunt and fish and mess around with your friends, ramble out yonder and explore the forests, climb the mountains, bag the peaks, run the rivers, breath deep of that yet sweet and lucid air, sit quietly for a while and contemplate the precious stillness, the lovely, mysterious, and awesome space. Enjoy yourselves, keep your brain in your head and your head firmly attached to the body, the body active and alive, and I promise you this much; I promise you this one sweet victory over our enemies, over those desk-bound men and women with their hearts in a safe deposit box, and their eyes hypnotized by desk calculators. I promise you this; You will outlive the bastards.” – Edward Abbey

🦠